De invloed van de 'visuele geschriften' die de heiligdommen verfraaien
Bezoekers van de twintigste eeuw die heilige plaatsen bezoeken, kunnen veel grote kunstwerken in de vorm van sculpturen, mozaïeken, glas-in-loodramen en schilderijen bekijken. Voor pelgrims die de heiligdommen vóór de moderne tijd bezochten, werden dergelijke dingen niet alleen als kunst beschouwd. In plaats daarvan waren het vooral grafische representaties die cruciale theologische, verhalende en inspirerende functies vervulden. De glas-in-loodramen en sculpturen van de grote bedevaartskathedralen van Europa illustreerden bijvoorbeeld de verhalen en ethiek van de christelijke traditie. Tegelijkertijd beeldden de prachtig versierde tempels van Zuid-India episoden af uit de Ramayana en Mahabharata, de epische verhalen van het hindoeïsme. Deze artistieke voorstellingen verschaften visuele geschriften voor mensen, van wie velen niet konden lezen, en ze kunnen ook worden opgevat als vensters waardoor pelgrims naar goddelijke en mythische rijken konden staren.
De enorme impact van deze visuele geschriften op pelgrims in de oudheid is voor hedendaagse mensen bijna niet voor te stellen. Tegenwoordig heeft bijna iedereen wel eens tijdschriften-, film- of televisiebeelden gezien, behalve in de meest afgelegen gebieden van de planeet. Welke andere boodschappen deze media ook overbrengen, ze laten duidelijk zien dat de wereld een uitgestrekte plaats is, gevuld met een grote verscheidenheid aan dingen. Zelfs de door armoede geteisterde boeren in Centraal-Afrika en inheemse volkeren in de jungle van Borneo zijn zich enigszins van deze kwestie bewust. Toch kenden in de oudheid maar heel weinig mensen, inclusief de koninklijke familie, iets of mensen buiten hun directe geografische gebied.
Behalve handelaars en soldaten, die zelden meer dan een paar honderd kilometer van hun huis reisden, hadden maar weinig oude mensen de reden of de mogelijkheid om lange afstanden af te leggen en andere culturen dan de hunne te ervaren. Bijna de enige uitzondering werd gevormd door het maken van pelgrimsreizen naar de heilige plaatsen. De pelgrims verlieten hun kleine dorpjes op het afgelegen platteland en liepen weken of maanden naar een vereerde heilige plaats. Toen ze op hun bestemming aankwamen, zouden ze eerst versteld staan van de stad rondom het heiligdom, de omvang ervan en het aantal gebouwen dat de kleine dorpjes waar de boeren vandaan kwamen in het niet viel.
Toch vond het meest verbazingwekkende moment voor de pelgrims plaats toen ze de heilige plaats binnengingen, waar mythe en schoonheid zich in overweldigende proporties presenteerden. Verbluffend mooie mozaïeken, prachtig verlichte glas-in-loodramen en fijn vervaardigde sculpturen en schilderijen illustreerden de legendes van de goden en heiligen. Sinds hun kindertijd waren de pelgrims de mythen van hun cultuur en religie verteld. Toen ze het heiligdom binnengingen, werden ze op magische wijze naar dat langverwachte mythische rijk getransporteerd. De kracht van deze ervaring, die zo radicaal verschilde van hun gewone leven (en gekoppeld aan andere factoren die in dit hoofdstuk worden besproken), katalyseerde bij hen een diepe staat van ontzag en daardoor openheid voor het wonderbaarlijke.