
Hallstatt, Oostenrijk (Bedevaartskerk is wit gebouw rechtsboven) (Vergroten)
Het kleine stadje Hallstatt en het aangrenzende meer, Hallstattersee, ontlenen hun naam aan Hal, het oude Keltische woord voor zout. Al minstens 2,800 jaar wordt er in het gebied zout gedolven, waardoor de Hallstatt-mijnen tot de oudste ter wereld behoren. Van 1000 tot 500 voor Christus bloeide de stad als een belangrijk Europees handelscentrum en deze periode van de Keltische cultuur is bekend geworden als het Hallstatt-tijdperk van de vroege ijzertijd. Na de Kelten werden de zoutmijnen nog steeds bewerkt door de Romeinen en later door de middeleeuwse Europeanen; tegenwoordig zijn de mijnen een ondergronds museum van prehistorische technologie. Er is weinig bekend over Keltische of Romeinse religieuze praktijken in Hallstatt, maar tegen de 1300e eeuw was de heuvelkerk van Maria-Hilf een belangrijk regionaal bedevaartsoord geworden.
